Blog

    Top 10 takeaways uit het Stanford AI Index Report

    Elk jaar brengt de Stanford Institute for Human-Centered Artificial Intelligence de AI Index Report uit, die de laatste AI trends bekijkt over het afgelopen jaar.

    Het is in totaal een 500 pagina document, met inzichten en belangrijke ontwikkelingen die de wereld van AI in het afgelopen jaar hebben vormgegeven. Van de toenemende dominantie van de industrie in AI-onderzoek tot de exponentiële stijging van investeringen in generatieve AI, dit rapport gaat diep in op de trends van zowel de technologie zelf als de impact op het dagelijks leven.

    Voor degenen die niet de tijd hebben om het helemaal door te nemen, begint het rapport met de top 10 takeaways.

    1. AI verslaat mensen bij sommige taken, maar niet bij alle.

    Op terreinen zoals beeldherkenning, visueel redeneren en Engels taalbegrip overtreft AI al de mens. Toch loopt het nog achter op complexere taken zoals wiskunde op competitieniveau, visueel logisch redeneren en plannen.

    Omdat AI zoveel standaard benchmarks heeft weten te verslaan, hebben AI-wetenschappers nieuwe en moeilijkere uitdagingen moeten creëren. De index van dit jaar volgde ook een aantal van deze nieuwe benchmarks, bijvoorbeeld op het gebied van coderen, geavanceerd redeneren en het gedrag van agents.

    2. De industrie blijft het nieuwste AI-onderzoek domineren.

    Wie nog twijfels had over het feit dat de industrie de enige speler is op het gebied van AI ontwikkeling op dit moment, heeft nu het definitieve bewijs. In 2023 produceerde de industrie 51 opvallende machine learning-modellen, terwijl de academische wereld bleef steken op 15. Er kwamen ook 21 belangrijke modellen voort uit samenwerking tussen industrie en academische wereld in 2023, een nieuw record.

    3. De beste modellen zijn veel duurder geworden.

    Een van de redenen waarom de academische wereld en de overheid uit de AI-race zijn verdreven: de exponentiële stijging van de kosten voor het trainen van deze gigantische modellen. Google’s Gemini Ultra kostte naar schatting $191 miljoen aan rekenkracht om te trainen, terwijl OpenAI’s GPT-4 naar schatting $78 miljoen kostte. Ter vergelijking: in 2017 kostte het originele Transformer-model, dat de architectuur introduceerde die ten grondslag ligt aan vrijwel elke moderne LLM, ongeveer $ 900.

    4. De Verenigde Staten is de belangrijkste bron van top-AI modellen.

    In 2023 overtroffen de Verenigde Staten andere landen aanzienlijk op het gebied van belangrijke machine learning-modellen, met maar liefst 61 ontwikkelde modellen. Sinds 2019 staan de VS consequent bovenaan bij het ontwikkelen van de meeste belangrijkste modellen, gevolgd door China en Groot-Brittannië.

    5. Robuuste en gestandaardiseerde evaluaties voor verantwoorde LLM’s ontbreken ernstig.

    Nieuw onderzoek van de AI Index onthult een aanzienlijk gebrek aan standaardisatie in rapportages over verantwoorde AI. Toonaangevende ontwikkelaars, waaronder OpenAI, Google en Anthropic, testen hun modellen voornamelijk met verschillende benchmarks. Deze praktijk bemoeilijkt de pogingen om de risico’s en beperkingen van top-AI-modellen systematisch te vergelijken.

    6. Investeringen in generatieve AI schieten omhoog.

    Hoewel particuliere investeringen in AI sinds 2021 gestaag afnemen, neemt de interesse in generatieve AI juist sterk toe. In 2023 trok de sector 25,2 miljard dollar aan, bijna acht keer zoveel als in 2022 en ongeveer dertig keer zoveel als in 2019 (onder andere door het ChatGPT-effect). Generatieve AI was in 2023 goed voor ruim een kwart van alle AI-gerelateerde particuliere investeringen. Grote spelers op generatieve AI gebied, waaronder OpenAI, Anthropic, Hugging Face en Inflection, haalden grote investeringen binnen.

    Opnieuw domineren de Verenigde Staten in 2023 wat betreft particuliere investeringen in AI. In 2023 investeerde de VS 67,2 miljard dollar in AI, grofweg 8,7 keer groter dan het één na hoogste land, China. Dat plaatje ziet er hetzelfde uit als je verder uitzoomt: sinds 2013 leiden de Verenigde Staten de investeringen met cumulatief 335,2 miljard dollar, gevolgd door China met 103,7 miljard dollar en het Verenigd Koninkrijk met 22,3 miljard dollar.

    7. AI maakt werknemers productiever en leidt tot werk van hogere kwaliteit.

    In 2023 hebben verschillende onderzoeken de impact van AI op de arbeid beoordeeld, en die geven aan dat AI werknemers in staat stelt om taken sneller uit te voeren en de kwaliteit van hun output te verbeteren. Deze onderzoeken hebben ook het potentieel van AI aangetoond om de kloof in vaardigheden tussen laag- en hoogopgeleide werknemers te overbruggen. Nog andere onderzoeken waarschuwen dat het gebruik van AI zonder goed toezicht tot verminderde prestaties kan leiden.

    8. De wetenschappelijke vooruitgang versnelt nog verder dankzij AI.

    In 2022 begon AI wetenschappelijke ontdekking al verder vooruit te helpen. Maar in 2023 zagen we de opkomst van nog belangrijkere wetenschapsgerelateerde AI-toepassingen. Van AlphaDev, dat algoritmisch sorteren efficiënter maakt, tot GNoME, dat het proces van
    ontdekking van materialen faciliteert.

    9. Het aantal AI-regelgeving in de Verenigde Staten neemt sterk toe.

    Het aantal AI-gerelateerde regelgeving in de VS is het afgelopen jaar en de afgelopen vijf jaar aanzienlijk gestegen. In 2023, daar waren er 25 AI-gerelateerde regelgevingen, vergeleken met slechts één in 2016. Alleen al vorig jaar groeide het totale aantal AI-gerelateerde regelgevingen met 56,3%.

    Steeds meer Amerikaanse instanties nemen regelgeving aan om burgers te beschermen en het gebruik van AI-tools en -gegevens te regelen. Het Copyright Office en de Library of Congress hebben bijvoorbeeld richtlijnen aangenomen voor de registratie van auteursrechten met betrekking tot werken die materiaal bevatten dat door AI is gegenereerd, terwijl de SEC een strategie voor cybersecurity, governance en een plan voor de openbaarmaking van incidenten heeft ontwikkeld.

    10. Mensen over de hele wereld zijn zich beter bewust van de potentiële impact van AI – en worden nerveuzer.

    Uit een onderzoek van Ipsos blijkt dat het aandeel van degenen die denken dat AI hun leven de komende drie tot vijf jaar dramatisch zal beïnvloeden, het afgelopen jaar is gestegen van 60% naar 66%. Bovendien geeft 52% uiting aan nervositeit ten aanzien van AI-producten en -diensten, wat een stijging van 13 procentpunt betekent ten opzichte van 2022. In Amerika blijkt uit gegevens van Pew dat 52% van de Amerikanen aangeeft zich meer bezorgd dan enthousiast te voelen over AI, vergeleken met 38% in 2022.

    Wereldwijd verwachten de meeste mensen dat AI hun baan zal veranderen, en meer dan een derde verwacht dat AI hun baan zal vervangen. Jongere generaties – Gen Z en millennials – verwachten grotere effecten van AI vergeleken met oudere generaties zoals Gen X en babyboomers. Concreet gelooft 66% van Gen Z, vergeleken met 46% van de boomer-respondenten, dat AI hun huidige banen aanzienlijk zal beïnvloeden. Ondertussen voorzien individuen met hogere inkomens, meer opleiding en leiderschapsfuncties dat AI een grote impact zal hebben op hun werk.